1. Classificatie en functie van benzinefilter.
Benzinefilter wordt afgekort als stoomfilter. Benzinefilters zijn onderverdeeld in carburateurtype en elektronisch injectietype. Bij benzinemotoren die een carburateur gebruiken, bevindt het benzinefilter zich aan de inlaatzijde van de brandstofopvoerpomp. De werkdruk is relatief klein. Over het algemeen worden nylon schalen gebruikt. Het benzinefilter bevindt zich aan de uitlaatzijde van de brandstofopvoerpomp en de werkdruk is relatief hoog. Meestal wordt een metalen behuizing gebruikt. Het filterelement van het benzinefilter maakt meestal gebruik van filterpapier, en er zijn ook benzinefilters die nylondoek en moleculaire materialen gebruiken. De belangrijkste functie is het filteren van onzuiverheden in de benzine. Als het benzinefilter vuil of verstopt is. In-line filterpapier benzinefilter: Het benzinefilter bevindt zich in dit type benzinefilter en het gevouwen filterpapier is verbonden met de twee uiteinden van het plastic of metaal/metaalfilter. Nadat de vuile olie binnenkomt, gaat de buitenwand van het filter door lagen filterpapier. Na het filteren bereikt het het midden en stroomt er schone brandstof naar buiten.
(2) Bedieningsstappen
1. Verwijder de motorbeschermplaat.
2. Controleer de remleiding. Of de remleiding gescheurd, beschadigd, verhoogd of vervormd is en of er sprake is van vloeistoflekkage bij het aansluitdeel.
3. Controleer de montagetoestand van de remleiding en -slang. Zorg ervoor dat het voertuig niet door trillingen in contact komt met de wielen of de carrosserie wanneer het voertuig rijdt of wanneer het stuur draait.
4. Controleer de brandstofleiding. Of de brandstofleiding nu gebarsten, beschadigd, verhoogd of vervormd is, de rubberen onderdelen verouderen niet, worden niet gehard en de klemmen vallen eraf.
5. Controleer de schokdemper.
(1) Controleer of de schokdemperolie lekt. Trek uw handschoenen aan en veeg met uw handen de schokdemperkolom van boven naar beneden af om te zien of er olievlekken op de handschoenen zitten.
(2) Controleer of de schokdemper beschadigd is. Schud de schokdemperstang heen en weer om te controleren of deze los zit.
(3) Controleer of de spiraalveer beschadigd is. Houd de spiraalveer vast en trek deze naar beneden om te controleren op schade, abnormaal geluid of losheid.
Posttijd: 14 oktober 2020